<< vorige | Hoofdmenu | Volgende >> SLL-NC5: In den beginne was er...

Het plot wordt dikker. We verlaten de veilige, maar ook spooky omgeving van het nonnenklooster voor de unheimische, gezellige en vaak testosteron doordrongen sfeer van een superruige havenkroeg. Onze protagonist zal aan het slot eindelijk zijn lang verwachte entree maken, maar voor die tijd komen we nog heel wat te weten over Hans Verdrammer, de hunky onderwijsinspecteur. Wie is de onbekende? Is dat moeilijk te raden? Waarom wil hij onbekend blijven? Komt er plot? Waarom? En waar blijven de leerlingen? Zijn de nonnenjokes nu zo onderhand niet eens een keertje op?
(Een duister cafeetje, alwaar de sigarenwalmen nog ouderwets onder de grote stoffen lampenkappen hangen en de kreunerige jazzmuziek uit een oude grammofoonspeler klinkt. We zien aan een tafel in de hoek Hans Verdrammer zitten met een verweesde blik in zijn ogen. Tegenover hem zit een onbekend figuur, die behalve zijn contouren, aan ons zicht is onttrokken door de rook uit zijn Hajenius.)
De onbekende: Hans... Je weet hoe ik ben toch?
Hans Verdrammer: (zenuwachtig) Ja...
De onbekende: Nu dan... Dan heb je toch geen reden tot zenuwen?
Hans Verdrammer:: Ik veronderstel van niet, nee. De onbekende: Het is ruig zowel als romantisch: elkaar ontmoeten in een louche havenkroeg tussen de getatoeëerde matrozen. Ik, een ruige jonge vent, jij, een intellectueel uit de West-Indies. Stel je eens voor wat een mooie roman dat zou kunnen worden. Hans Verdrammer: Nou ja...jong..jong.. tweeëndertig is niet oud, maar jong is weer iets anders. Ik zou zeggen: don’t push it, honey. Maarre...wat wil je nu eigenlijk echt van mij? Het kan toch niet alleen maar zo zijn dat je wensen louter een fysieke component hebben? Ik weet het, ik ben een mooie man, maar die zijn er genoeg op de wereld... De onbekende: Cut it out, asswipe. Ik call hier de shots. Nu ja, laat me je vertellen wat ik van plan was: jij hebt een baantje dat in de gemeenschap alhier ernstig wordt bemind. Ja, er gaan verhalen dat de rellen van 1998 op het Stamahnsplein níet gingen over de afgekonidgde bezuinigingen op de ingemaakte uitjes, maar over de benoeming van jouw niet onomstreden edoch be....
Hans Verdrammer: Pardon, maar wat een larie is dit.
De onbekende: Hmm... Je gunt mij mijn sarcastische inleiding niet he? Laat ik dan maar to the chase cutten. Jij bent een beetje te ver gegaan laatst. Zegt de naam Moeder Overgang jou wat?
Hans Verdrammer: (boos) Ha! Dus zo! Zij probeert mij op deze wijze te intimideren, he...
De onbekende: Houd je mond en luister. Doe niet zo naïef. Zij heeft hier niks mee te maken. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik op... nee, via die school een aardige smak duiten verdien met, laten we het noemen, handel in vleeswaren. Jij gaat dat niet verzieken mannetje. Hans Verdrammer: Ik... (Beer van een vent komt de kroeg binnen met aan een touwtje Non Fictie en Non Smoking, beiden in burgerkledij.) Beer: Jawel, heeerrrrrren matrrrrooooozen, twee frisse fruitige maagdelijke vrouwtjes voor hele of halve dagen, net vers binnen. Wie biedt er meer dan vijftig euro? (Geschreeuw onder de matrozen.) Ik zie daar zeventig euro, ik zie honderdtachtig euro, ik zie negentien euro maar dat telt niet want dat is minder dan eerst, ik zie honderdtwintig euro, zo gaat ie weer goed mensen, ik zie toch weer honderdtachtig euro, ik zie zeshonderd euro, zeshonderd euro, zeshonderd eurrrrrrrri, jaaaaa, verrrkocht aan de man in het gestreepte Jean-Paul Gautier shirt. Non Fictie: Niet wanhopen, Non Smoking... We zullen ontsnappen en onze wraak zal verschrikkelijk zijn... (Ze worden meegenomen door de man in het voornoemde shirt en verdwijnen uit de kroeg.) Hans Verdrammer: Zie je het nu? Een concurrent... De onbekende: En met woekerprijzen!!! Hoe maakt die man verdomme winst...? Ik ben ziedend. Luister. Ik eis compensatie. Mijn zoon, van wie ik totaal vervreemd ben, komt bij jullie op school... Zorg dat hem niets overkomt, want anders is het jouw nek, pretty boy. (De onbekende trekt een groot mes en zet dit op de neus van Hans Verdrammer.) Hans Verdrammer: (slikt) Ja... Ik.... Ik zal mijn best doen, maar... ik ben slechts een simpele ambtenaar, ik weet niet of mijn invloed....
De onbekende: Dat interesseert mij niets. Je regelt maar wat. Begrepen?
Hans Verdrammer: (wijkt achteruit) Ja.... begrepen.
(De onbekende stoot een lach uit en we zien zijn contouren verdwijnen uit de rook. Een deur slaat dicht en Hans Verdrammer voelt aan zijn neus.) Beer: Last van je neus, handsome stranger? Hans Verdrammer: Ja nogal. Een onbekende zette zojuist zijn mes op het puntje van mijn neus en dreigde met onthoofding als ik niet zou zorgen voor zijn zoon in een school waarvan ik alleen maar de inspecteur ben. Beer: Dat klinkt ingewikkeld. Wil je erover praten? Hans Verdrammer: Graag. Ik vind goede, stevige gesprekken van mannen onder elkaar altijd dolletjes. Ik weet niet wat het is: ik heb de zorg gekregen over een nonnenschool waar vreselijke lijfstraffen worden uitgedeeld... (Beer zet een pint voor hem en zichzelf neer.) ...dank je... en waar een afgrijselijke non de scepter zwaait. Heel wat anders dan jouw werk, nietwaar? Hoe ben jij in de mensenhandel terecht gekomen? En met deze klantvriendelijke prijzen? Beer: Ik betaal voor de dames met vals geld. Degene die het geld ontvangt, kan dat niet controleren want die heeft een gelofte van armoede afgelegd en die mag dus niks uitgeven. Zo probeer ik voor mezelf een naam te krijgen: kwaliteit tegen een lage prijs. Ik geef dus meer geld dan mijn voorganger bij de inkoop, maar het is vals geld, en ik verkoop high quality virgins tegen woekerprijzen. Ik wil binnenkort een echte outlet beginnen. Hans Verdrammer: Ja, zelfs voor een man als jij is zo’n ruige omgeving vol getatoeëerde matrozen, manwijven en een enkele verschrompelde alcoholist natuurlijk niet het ideale afzetgebied of zit ik er nu helemaal naast? Wat zijn eigenlijk je dromen, goede man? -
Beer: Een jaar of vier, vijf cashen, maar echt goed cashen en dan de rest van mijn leven op The Queen Elizabeth II de wereldzeeën over. Ja, iedere dag in smoking aan de captain’s table, iedere dag in een hangmatje op het zonnedek naar de weelderige vormen van de zee om mij heen kijken, onderwijl lurkend aan een pina colada, dat zijn mijn dromen.
Hans Verdrammer: Invoelbaar. Ik wou dat ik dergelijke, duidelijk omlijnde dromen had. Helaas...
Beer: Daarvoor is het toch niet te laat. Natuurlijk, nu voelt het alsof je nergens naar toe werkt, maar beste man, wij werken allemaal nergens naar toe. Stel je Steve Jobs voor, ‘s werelds bekendste en populairste merk op de kaart gezet, barstens veel geld verdient, en in één klap: alles zinloos.
Hans Verdrammer: Je hebt gelijk...Maar een weinig opbeurend is het niet.
Beer: Natuurlijk wel, de oude Romeinen zeiden het al: pluk de dag! Geniet van het leven zolang het kan beste man. Hans Verdrammer: Je leest me als een boek. Beer: Ik weet het. Het is een van mijn sterkste talenten. Met armpje drukken. Hans Verdrammer: Oh! Wow. (De deur slaat open. De dikke rookwolken in de kroeg walmen vluchtig rond en een kilte dringt eventjes verfrissend binnen. Alle hoofden draaien naar de deur. Een knappe, zelfverzekerde jongeman van zestien winters staat in de deuropening, met een koffer in zijn hand en een boek onder zijn arm. Het is Chop Suey Steger.) Chop Suey: Ze zeiden me om een tramlijn te nemen die ‘Verlangen’ heet. Ik zou in deze kroeg worden opgehaald door een non. (Bulderend gelach.) Beer: Trek je niets aan van die getatoeëerde matrozen, spuuglelijke manwijven en een enkele verschrompelde alcoholist, jongeman. Kom bij ons zitten en neem een pint. Dan wachten wij met je op de komst van de non die jou zoekt. Chop Suey: Dat is heel aardig heren. Ik ben altijd afhankelijk geweest van de vriendelijkheid van vreemdelingen. Beer: Vertel ons alles over jezelf.
(De deur van de kroeg gaat weer open. Zonlicht daalt plots neer op de aanwezigen en alle rook kringelt weg. Non Onono staat in de deuropening en houdt haar kruis beschermend voor zich uit. Zodra ze de jongen met de koffer ziet breekt haar stuurse gelaat open en verschijnt een glimlach. Ze wenkt hem.) Chop Suey: Heren, uw uitnodiging blijft staan voor een later moment. Ik wens u allen een plezierge dag toe. Tot ziens. (Hij pakt zijn spullen op en groet de Non vriendelijk. Dan verlaten zij samen de kroeg. Zodra de deur dichtslaat begint te kroeg weer langzaam tot zichzelf te komen.)  08 Juni 2013 Permanente link Google Feed MSN Reporter
Reacties
|